Kansloze missie tegen titelkandidaat
Al vroeg moesten de spelers van Twente's Eerste uit de veren om aan te
treden tegen het team van Van Stigt Thans. De Schiedammers gaan voor
de landstitel met in hun gelederen damgrootmeesters van wereldfaam. De
einduitslag (14-6) werd in de trein onderweg nauwkeurig voorspeld,
maar kwam op soms wel erg onregelmatige wijze tot stand.
De drie invallers van Twente's Eerste troffen het niet. Jan Koopman,
Jeroen Paalman en Gerrit Draaisma speelden respectievelijk tegen de
grootmeesters Rob Clerc, Ron Heusdens en Anatoli Gantwarg. Koopman en
Paalman voldeden aan hun taak door lange tijd in de wedstrijd te
blijven, maar ze moesten uiteindelijk wel hun meerdere erkennen in hun
tegenstanders van naam. Van het drietal had Draaisma het langst
uitzicht op een punt, maar Gantwarg had nauwkeurig getaxeerd dat een
goede doorbraak voor wit niet meer mogelijk was.
Omdat ook Andre Nijmeijer en Egbert van Hattem zonder punten bleven,
bleek de missie van de Twentenaren inderdaad kansloos. Nijmeijer
speelde te passief tegen Van Schayck jr., de relatief zwakste schakel
van de Schiedammers. Ook Van Hattem kwam in het defensief na een
spannende Roozenburg-opening. Winkel profiteerde aarzelend, en de
stellingen leken alsnog in evenwicht. De risicovolle afwikkeling die
de witspeler vervolgens rond de veertigste zet toeliet, bleek
inderdaad zeer gevaarlijk. Een slimme zet vlak voor tijdnood was door
de witspeler onderkent met remise als waarschijnlijk resultaat. Toch
durfde Van Hattem deze niet aan waarna hij kansloos verloor.
Zeer goed voor Twente's Eerste speelden Vadim Virny en Gabri-el
Heerema. Virny wist de solide Wim Vrijland met doorwrocht klassiek
spel te verslaan. In een gedurfde en sterk gespeelde partij kwam
Heerema op winnend voordeel tegen Van der Stap. In de fase waarin hij
zijn voordeel fraai had kunnen verzilveren zag hij, naar eigen zeggen,
spoken in zijn berekende varianten. De idee-en voor winst had Heerema
goed onderkend maar hij maakte en paar minder goede keuzen waarna de
partij ondanks het grote voordeel alsnog remise liep. De speler uit
Friesland had het er tot ver na afloop van de partij zichtbaar moeite
mee.
Ook Wytze Sytsma leek lange tijd goede kansen te hebben tegen
Kloosterziel. In het altijd lastig doorgronden speltype met een ver
opgeschoven zwarte randschijf op 36, had hij positioneel zo goed als
beslissend voordeel naar zich kunnen toetrekken. De timing van Sytsma
was niet helemaal goed, waardoor hij nog in moeilijkheden geraakte en
zijn tegenstander naar dam kon 'plakken'. Het liep met een sisser af
omdat Kloosterziel in tijdnood een verkeerde slagvolgorde nam. Na de
tijdnoodfase bleef een remisestand over.
De remises van Jos Stokkel, tegen wereldkampioen Aleksandr Schwarzman,
en Odin Mol, tegen Anton van Berkel, waren goede resultaten. Een
behoorlijke onregelmatigheid deed zich voor in de eerste partij.
Schwarzman zag een simpele doorbraak over het hoofd. Stokkel had de
mogelijkheid direct na het uitvoeren van zijn foutzet meteen
onderkend, maar hij bleef stoicijns achter het bord zitten. Blijkbaar
zo overtuigend dat Schwarzman de buitenkans tot stomme verbazing van
Stokkel niet verzilverde. Stokkel viel bijna van zijn stoel en vroeg:
"waarom niet 33-29"? Waarna Schwarzman hoofdschuddend, beschaamd maar
met gevoel voor humor antwoordde: "I wanted to play more".
Partijen