Eerste team in het linker rijtje van de Ereklasse
Het eerste tiental heeft de goede lijn van de openingsronde tegen VBI Huissen doorgezet. Dat resulteerde in een belangrijke overwinning op Dammers uit Oost (DUO). Met 11-9 boekte het eerste een verdiende overwinning. Vorig jaar werd kansloos verloren met 14-6. Deze nederlaag luidde toen een moeizaam seizoen in.
De overwinning kwam regelmatig tot stand. De eerste winstpartij was er voor Odin Mol, die Henk Ruesink kansloos liet. Niet veel later bleek grootmeester Vadim Virny te sterk voor de enige Limburger bij DUO: Peter Schellekens. De zwartspeler begon al met een half uur tijdsachterstand omdat hij het goed verstopte speellokaal, naast het FBK-stadion, niet zo snel kon vinden.
De derde overwinning volgde laat op de middag. Gabriël Heerema bleef vlak voor de tijdcontrole, in een onoverzichtelijke overgang naar een macro-eindspel, aanmerkelijk cooler dan opponent Henk Grotenhuis ten Harkel. Toen de spannende fase tot de vijftigste zet was afgelopen, waarbij de schijven bijna letterlijk van het bord vlogen, verzilverde Heerema zijn voordeel.
DUO wist twee overwinningen hiertegenover te zetten. Eén was er verwacht: Wieger Wesselink won van André Nijmeijer die de met vaardige hand gespeelde flankaanval niet voldoende weerstand kon bieden. Leo Faber kende een ernstige vorm van 'damblindheid' tegen Wouter Ludwig en werd plotsklaps geconfronteerd met materiële achterstand. Hij moest hoofdschuddend opgeven.
Op de andere borden kwamen de punten niet in gevaar. Invaller Han Borgman leverde een goede prestatie tegen de vrouwelijke grootmeester Nina Hoekman - Jankovskaja. Zij probeerde nog lang in het eindspel, tegen de klippen op, de winst te forceren. Ze sloeg een remiseaanbod van Borgman gedecideerd af maar het deerde de geroutineerde, en enige 'echte Hengeloër' van het team, niet in het minst.
Ook remises waren er voor: Wytze Sytsma (enigszins moeizaam tegen Friso Fennema), Jos Stokkel (zichtbaar voordeel, zonder serieuze winstkansen tegen Jochem Zweerink), Jeroen Goudt (die de stugge Arjan van den Berg niet kon breken) en Egbert van Hattem (die zijn voordelige stelling gebruikte om op de veertigste zet remise aan te kunnen bieden en zo zijn team een opsteker te bezorgen).
Partijen